Het is mooi als cliënten meer regie krijgen en daardoor minder afhankelijk zijn van begeleiders. Maar dit kan doorslaan als cliënten niet meer op een specifieke begeleider mogen ‘leunen’ en hun autonomie zo min mogelijk persoonsafhankelijkheid betekent, schrijft Lot de Swart. Want die speciale band is voor de individuele begeleider en cliënt juist van waarde.
In de begeleiding van mensen met een beperking is het versterken van de autonomie van de cliënt een speerpunt. In het verlengde daarvan wordt veel gesproken over het begrip ‘persoonsafhankelijkheid’. Wanneer we streven naar zo veel mogelijk autonomie, dan willen we dat de cliënt zo min mogelijk afhankelijk is van de personen om zich heen.
Iedereen als aanspreekpunt
Soms wordt dit, in mijn eigen praktijk, vertaald door bijvoorbeeld de cliënt niet te vertellen wie zijn persoonlijk begeleider is, maar in plaats daarvan wordt de cliënt gezegd dat “iedereen je aanspreekpunt is”. De cliënt kan bij iedereen terecht en is hiermee dus niet meer persoonsafhankelijk van die ene persoonlijk begeleider.
De gedachte is natuurlijk heel mooi; we willen de cliënt niet beperken door hem te laten wachten tot die ene persoon weer werkt na een paar vrije dagen of soms zelfs een langere vakantie; wachten wat soms gepaard kan gaan met spanningen.
Van waarde voor elkaar
Maar is persoonsafhankelijkheid vanuit het persoonlijk begeleiderschap ook niet van onwaarschijnlijk veel waarde? Afhankelijk zijn van elkaar is immers ook van betekenis kunnen zijn voor elkaar.
Hoe fijn is het voor een cliënt, om juist als enige van jouw groep met wie je altijd de aandacht moet delen, van exclusieve waarde te zijn voor je persoonlijk begeleider. Voor die ene groepsleider, spring jij er tussenuit, alleen met jou gaat je persoonlijk begeleider naar de winkel voor een nieuwe jas, alleen met jou heeft je persoonlijk begeleider een gesprek met je ouders erbij.
Laten we daarom goed nadenken over hoe we het begrip persoonsafhankelijkheid vertalen naar het leven van alledag in ons werk. Enerzijds willen we graag dat de cliënt niet persoonsafhankelijk is, wanneer het gaat om het kunnen maken van keuzes en uitspreken van wat hij of zij nodig heeft. Op functioneel niveau willen we dat de cliënt individu-overstijgend terecht kan met zijn of haar vragen, wensen of nukken. Heel mooi dus dat we als team medewerkers kunnen uitstralen dat “iedereen je aanspreekpunt is”.
Wederzijdse exclusiviteit
Persoonsafhankelijkheid is echter ook zo iets moois, iets om te koesteren in ons leven en dat van onze cliënten. Persoonsafhankelijkheid als wederzijdse afhankelijkheid, wederzijdse exclusiviteit.
Want de cliënt is niet alleen persoonsafhankelijk van jou als begeleider; jouw werk als begeleider krijgt de unieke kleur door die ene cliënt met wie jij een speciale band hebt. Persoonsafhankelijkheid, op relationeel niveau, is dan ook het meest waardevol wanneer ook jij kan tonen, afhankelijk te zijn van de cliënt; want ook jouw levensgeluk wordt bepaald door jouw unieke cliënt.
Liever vertaal ik persoonsafhankelijkheid naar de cliënt dus als: “iedereen is je aanspreekpunt maar voor mij, ben jij uniek”. |
Door Lot de Swart