Seksualiteit bij mensen met een verstandelijke beperking is in verhouding een onderwerp waar in de zorg nog steeds weinig aandacht voor is. Seksuoloog en orthopedagoog Daphne Kemner legde op de Klik studieochtend van 18 februari uit hoe je dit taboe doorbreekt en op een positieve manier een gezonde seksuele ontwikkeling bij cliënten stimuleert.
“Seks is een primaire levensbehoefte, volgens de Wereld gezondheidsorganisatie een recht van ieder mens, seks geeft mensen kwaliteit van leven. In de zorg heb je met mensen te maken, met lijven, maar toch hebben we het weinig over seksualiteit en is er bijvoorbeeld weinig aandacht voor dat je iemand bloot ziet, aanraakt, de reactie op aangeraakt worden, ook niet in opleidingen. Maar ondanks dat het een taboe onderwerp is, ben ik trots dat er in de verstandelijk gehandicaptenzorg wel meer en meer aandacht voor is, zeker in vergelijking met bijvoorbeeld de ouderenzorg.”
Seksuoloog en orthopedagoog Daphne Kemner praat op de Klik studieochtend onverbloemd over hoe je omgaat met een onderwerp waar begeleiders toch wel wat schroom bij voelen: de seksualiteit van hun cliënten. Want, zo zegt ze de deelnemers van de Klik studiedag, “hoe meer je cliënten hierover leert, hoe kleiner de kans op seksueel misbruik.”
Ongemakkelijk
Dat het een lastig te bepreken onderwerp is ervaren de aanwezigen als ze elkaar bij een opdracht vragen moeten stellen over bijvoorbeeld hun seksuele opvoeding en voorkeuren. Mensen schuiven automatisch naar vertrouwde collega’s, of zeggen ongemak te voelen bij de persoonlijke vragen. “Realiseer je dat cliënten dat ook voelen, en er nu eenmaal mensen zijn waarmee ze liever over seksualiteit praten, bij wie ze zich veilig voelen,” zegt Daphne.
In een quiz over de seksuele ontwikkeling komt vervolgens voorbij dat de seksuele opvoeding al vanaf de geboorte begint: aanraken, de rol van het geslacht (roze/blauwe kleren), benoemen van genitaliën. Daphne: “Bij mensen met een verstandelijke beperking begint de achterstand in deze seksuele opvoeding vaak al vroeg, door complicaties bij de geboorte, waardoor aanraken en afstemmen minder goed lukt.”
‘Je wordt met seksualiteit geboren’
Ze laat een foto zien van een erectie bij een foetus al in de baarmoeder. “Je wordt ermee geboren. Als je die visie hebt dan is het begeleiden van seksualiteit zoveel makkelijker,” zegt ze. “Vaak reageren we afwijzend op bijvoorbeeld masturbatie. Zo vertelde een jongen me eens trots dat hij het masturberen had afgeleerd. Want als een begeleider hem daar op betrapte kreeg hij altijd zulke negatieve reacties dat hij dacht: dat is iets slechts.”
“Zeg niet alleen maar ‘oeps sorry’ of ‘jakkes’ als je een cliënt ziet die aan het masturberen is, maar leg uit dat het gezond is wat hij doet, en dat het fijn is dat het lukt, maar dat hij dit kan doen op een plek met meer privacy.”
Verkeerde ideeën
Iemand uit het speciaal onderwijs vraagt of je vooral kinderen niet op verkeerde ideeën brengt, als je te vroeg te veel vertelt over seks. “Daar hoef je niet bang voor te zijn, ze pikken toch op waar ze zelf aan toe zijn,” reageert Daphne. Ze wijst op een goede methode waarmee je kinderen stap voor stap kan begeleiden bij de seksuele ontwikkeling: een site van Rutgers met tips voor lesgeven over relaties en seksualiteit. “Ook kun je nooit te laat zijn, mensen zijn vaak opgelucht als ze eindelijk met iemand kunnen praten over seksualiteit.”
Autisme
Een andere aanwezige wil weten of je dit bij cliënten met autisme weer anders aan moet pakken. “Zeker bij mensen met autisme die al vaak een verstoorde prikkelverwerking hebben, is bijvoorbeeld de puberteit een hele lastige fase. Ze hebben vaak voor alles schema’s en picto’s, maar krijgen voor hun seksuele gedrag geen structuur, waardoor het mis kan gaan,” legt Daphne uit. Ze wijst nog op een bijeenkomst over autisme en seks van de Universiteit van Tilburg op 11 maart.
Lust
Een van de quizvragen luidt “Seksualiteit is vooral:
“We geven wel veel voorlichting over het eerste aspect, de voortplanting, en het tweede aspect kunnen we ook wel uitleggen. Maar hoewel bij 99 % van de cliënten lust het belangrijkste aspect is van seks, vertellen we ze daar maar weinig over. Terwijl je daar geen ingewikkelde methode voor nodig hebt, het gaat gewoon om een gesprek over of het lukt om bijvoorbeeld bij een stijve piemel zaadjes eruit te krijgen.”
Gewoon praten
“Praten over seks is gewoon dóen,” adviseert Daphne. “Bescherm jezelf daarbij wel door vast te leggen dat je het hierover met de cliënt hebt, in een zorgplan bijvoorbeeld. Zo borg je het onderwerp voor de cliënt en bescherm je jezelf.”
Eén tip die ze meegeeft en waar ze zichzelf in het begin ook schuldig aan maakte: ga uit onzekerheid niet een soort kennistest bij de cliënt afnemen: Wat weet je over de verschillen tussen man en vrouw, wat weet je van seks? “De cliënten hebben vaak nog weinig kennis en met dit soort vragen maak je de cliënt nog meer onzeker. Wees oprecht, onbevooroordeeld en nieuwsgierig. Ga praten en niet toetsen, dan komt vanzelf wel boven wat iemand weet.”
Porno
“Mijn stelregel is: seks is goed als je het zelf wilt, iemand anders het wil, en niemand er last van heeft. Ook al hebben cliënten afwijkend seksueel gedrag, dan is afkeuren of wegnemen niet de oplossing, dit maakt vaak het gedrag alleen maar extremer. Zoek manieren om seksualiteit toch op hun manier te beleven.”
Maar hoe doe je dit dan als iemand opgewonden wordt van hele dubieuze porno, of zelfs kinderporno, vraagt iemand. “Kinderporno is verboden, dat is duidelijk. Maar bijvoorbeeld tekenfilms zoals manga, kunnen voor cliënten met pedofiele gevoelens heel fijn zijn om te kijken. Pedofilie bestaat, het is niet te onderdrukken of te genezen, dus kijk hoe iemand er toch mee kan leven, zonder anderen te beschadigen en zichzelf in problemen te brengen.”
‘Leg uit dat porno is bedoeld om opgewonden te raken, maar dat echte seks niet zo hoeft te gaan’
“Internet of porno afschermen is geen optie, geef ze wel uitleg en controleer wat ze kijken aan films, al is dat niet altijd prettig,” bekent Daphne. “Dan kun je ze uitleggen dat porno is bedoeld om opgewonden te raken. En dat echte seks niet zo hoeft te gaan en dat vrouwen ook schaamhaar hebben bijvoorbeeld.”
Relaties en seks
“Het is soms triest wat ik hoor over seks op mijn spreekuur bij mensen met een verstandelijke beperking die een relatie hebben. Relaties hebben veel meer begeleiding nodig, mensen kunnen leren om hun seksuele wensen en grenzen aan te geven. Vaak zijn ze dat niet gewend en praten nauwelijks over seksualiteit. De seksualiteit is dan weinig afgestemd en vaak niet leuk,” vertelt Daphne. “Als mensen over grenzen heen gaan, vooral gericht zijn op eigen genot en zich niet kunnen inleven in een ander, dan is om seks te ervaren met een ander professionele seks mogelijk zoals de Sar of Flekszorg, of gewoon het bordeel als dat lukt.”
Tot slot geeft ze nog wat stellingen waarmee ze de deelnemers prikkelt na te denken over grenzen in aanhankelijkheid en privacy van cliënten. Zoals verschoningsmomenten waarbij vreemden binnenlopen. Of verschillen in reacties van begeleiders op een kus of aai van een cliënt of andersom. “We denken er af en toe te weinig over na hoe verwarrend dit is voor cliënten. Heb het met het team over wat jullie normaal vinden hierin,” besloot Daphne. |
Tekst Tjitske Gijzen. Meer lezen: