Zijn kinderen met gedragsproblemen het beste af op een school voor speciaal onderwijs? Of zou een groter deel van deze kinderen dankzij verbeterde begeleiding terecht kunnen in het reguliere onderwijs? Regina Stoutjesdijk deed er onderzoek naar en promoveert 16 januari in Leiden.
De verwachting dat kinderen met emotionele of gedragsproblemen op speciale scholen meer vooruitgang boeken in gedrag en leerprestaties dan met een 'rugzakje' in het regulier onderwijs, komt niet uit. Uit het onderzoek van Stoutjesdijk blijkt dat bij beide vormen van onderwijs de vooruitgang gelijk is. Dat geldt zowel voor kinderen met een aandachttekortstoornis met hyperactiviteit (adhd), als voor kinderen met een autismespectrumstoornis (ass).
Betere begeleiding
Hoe kunnen we dan zorgen voor meer vooruitgang en een betere begeleiding, vroeg Stoutjesdijk zich af. Stoutjesdijk onderzocht op welke onderdelen de begeleiding van kinderen met emotionele of gedragsproblemen in het onderwijs kan worden verbeterd. Zij deed onderzoek onder kinderen in het speciaal onderwijs en analyseerde welke factoren maakten dat kinderen daar waren terecht gekomen, in plaats van op een reguliere school met een rugzakje.
Problemen thuis
'Relatieproblemen met opvoeders, zwakke leerprestaties en de leeftijd waarop voor het eerst sprake is van jeugdzorg zijn belangrijke voorspellers', concludeert Stoutjesdijk.
Daarnaast komt uit het onderzoek naar voren dat er een verband is tussen problemen thuis en probleemgedrag in de klas. Narigheid thuis kan de bijzondere inspanningen op school om het kind in de boot te houden, ondermijnen. Maar wat is oorzaak, en wat is gevolg: een agressief of overactief kind beïnvloedt net zo goed de sfeer thuis.
Volgens Stoutjesdijk zou de situatie kunnen verbeteren door probleemgedrag bij kinderen te beschouwen als iets waar zowel school als thuis bij betrokken zijn. Dat betekent dat er niet alleen op school moet worden ingegrepen, maar – in samenwerking met de opvoeders – ook thuis.
Aandacht voor leerprestaties
Verder moet aandacht worden besteed aan de overwegend zwakke leerprestaties van kinderen met emotionele of gedragsproblemen. Met zo'n integrale aanpak kunnen misschien meer kinderen met dergelijke problemen toch naar de gewone school, met extra ondersteuning. Kinderen die voldoen aan de toelatingscriteria voor het speciaal onderwijs, komen in aanmerking voor de leerlinggebonden financiering (rugzak) waarmee op de gewone school zwaardere vormen van ondersteuning kunnen worden geboden.
Lees meer op de site van de Leidse universiteit