De Federatie van Ouderverenigingen, de CG-Raad (lichamelijk gehandicapten) en de samenwerkende ouderenorganisaties vrezen door de ervaringen met de WVG (Wet voorzieningen gehandicaptenzorg), ‘dat de inhoud van de zorg en ondersteuning voor mensen met ernstige beperkingen ondergeschikt wordt gemaakt aan financiële en bestuurlijke overwegingen.’
Twee juristen concluderen dat de WMO in strijd is met het legaliteitsbeginsel. Dat beginsel houdt in, dat handelen en bevoegdheden van de overheid ten opzichte van burgers gebaseerd moet zijn op wetving. De overheid mag niet naar willekeur handelen. In de nieuwe wet moet een ‘helder afwegingenkader’ komen, vinden de geraadpleegde juristen.
‘Burgers hebben er recht op, te weten wat ze van de overheid kunnen verwachten. Als een besluit op een lager bestuurlijk niveau genomen moet worden, horen de belangrijkste overwegingen hiervoor in de wet te staan.’ Maar in het ontwerp van de WMO worden fundamentele afwegingen aan gemeenten overgelaten; dat leidt tot rechtsonzekerheid voor burgers, en tot rechtsongelijkheid.
De wetgever zou zelf belangen moeten afwegen, vinden de cliëntenorganisaties; dan is er voor gemeenten, burgers en rechtbank een kader.