Klik bestaat in september 40 jaar. In al die jaren is er veel veranderd in de zorg voor verstandelijk beperkten. Alleen al in hoe ze werden genoemd.Tijdens het voorbereiden van het ondersteuningsplan voor een cliënt bladeren we vaak door zijn papieren dossier. Papier is al één zo’n grote verandering.
Tegenwoordig hebben we ook een digitaal dossier van elke cliënt. Een groot voordeel daarvan is dat het handschrift van de artsen hierin wèl te lezen is. Omdat we de papieren dossiers bewaren, blijven gelukkig ook de brieven van de artsen in het ziekenhuis te lezen. Een collega schrijft in 1971, over een zeer karakteristieke cliënt: Bij onderzoek zag ik een onwelwillende mongool. Het scherpe van deze zin is dat er in feite geen woord van gelogen is. Bij navraag onder collega’s wist bijna iedereen over wie het ging. Op de uitgesproken woordkeuze valt natuurlijk wel het een en anderaf te dingen.
Onnozelen
De veranderingen in de zorg gingen zijn gepaard gegaan met veranderingen in de naamgeving voor onze cliënten. In 1900 werden de termen idioten, imbecielen en debielen gebruikt. Voor de Tweede wereldoorlog sprak men nog van onnozelen of dollen. Tot 1950 werd de term oligofrenen gebruikt. Dit betekent letterlijk weinig psyche. Tot 1980 was het woord zwakzinnige in de mode, gevolgd door geestelijk gehandicapte en verstandelijk gehandicapte. Dit alles heeft geleid tot de huidige benaming: mensen met een verstandelijke beperking.
De vele veranderingen in de naamgeving waren het gevolg van een andere kijk op cliënten. Vroeger was die kijk puur medisch en dacht men: ‘De ziekte valt niet te genezen.’ Door ook aandacht te besteden aan psychologische en sociale vragen kwam de hele cliënt in beeld.
Ontwikkeling is mogelijk
Tegenwoordig is de gedachtengang:
Daardoor is de benaming ‘mensen met een verstandelijke beperking’ ook minder medisch. In 2011 zou een specialist (hoop ik maar) over eerder genoemde cliënt in zijn brief zetten: ‘Bij onderzoek zag ik een patiënt met het syndroom van Down. Wegens zijn gedrag was het onderzoek moeizaam uit te voeren.’
Problemen uit het zicht
Hoelang zullen de termen mensen met een verstandelijke beperking of met mogelijkheden nog houdbaar blijven? Vooral medisch gezien zal daar steeds meer druk op komen te staan. Waarom? Bij de regering en en de manier waarop die het overheidsgeld beheert, vinden we het antwoord. In de geestelijke gezondheidszorg ontstaan nu al problemen. Door mensen op een maatschappelijk acceptabele manier te benoemen, raken hun medische problemen uit het zicht. Die problemen zijn niet kleiner geworden, maar dat lijkt wel zo, wat voor de overheid een rechtvaardiging wordt om te bezuinigen op het geld dat aan hen mag worden uitgegeven.
Terug naar vroeger?
Mogelijk krijgen we in onze sector net zulke problemen. Meerdere collega’s van me noemen hun cliënten weer patiënt. Ook de term beperking wordt soms ingeruild voor handicap. Heus niet omdat we terug willen naar die oude terminologie, maar juist omdat we het gedreven opnemen voor onze doelgroep. Spelen met taal voor geld. Of dit zwarte toekomstscenario werkelijkheid wordt moeten we afwachten. In een medische column over 40 jaar – als Klik 80 wordt – kunnen we weer terugkijken.
Monique van der Wolf, arts verstandelijk gehandicapten, in het 40-jarige jubileumnummer van Klik, september 2011.