Stichting Milo leest in een proef van een half jaar jonge kinderen in het Beatrix Kinderziekenhuis in Groningen op een interactieve manier voor. Het gaat om kinderen die niet of nauwelijks spreken, vaak met meervoudige beperkingen door een ontwikkelachterstand, syndroom of aandoening.
De stichting gaat een keer in de maand bij kinderen op verschillende afdelingen langs om voor te lezen. Voorlezen is leuk en voor elk kind belangrijk, zegt Mirjam van Gent, hoofd Pedagogische Zorg van het Beatrix Kinderziekenhuis (onderdeel van het Universitair Medisch Centrum Groningen). “Hoe ernstig ziek een kind ook is, het wil spelen en zich ontwikkelen. Dat is een natuurlijke behoefte.”
Zowel dat spelen als het ontwikkelen wordt gestimuleerd door voorlezen, ontdekte men in oktober toen Milo enkele voorleesbijeenkomsten verzorgde. Het was reden om die bijeenkomsten uit te breiden.
Prentenboek
Tijdens het bezoek lezen de Milo-medewerkers voor uit het Milo & Lana-prentenboek ‘Kijk eens naar mijn familie’. Dit boek is ook digitaal te vinden op de website van Stichting Milo. Bij het voorlezen gebruikt Milo verschillende hulpmiddelen die een kind uitnodigen om te reageren op het verhaal. Denk aan:
Zo wordt het voorlezen toch ook interactief wanneer kinderen niet of nauwelijks kunnen spreken en leert het al spelenderwijs nieuwe woorden.
Over de stichting
Stichting Milo wil dat ondersteunde communicatie (OC) breed toegankelijk en ook binnen zorg, onderwijs en andere vormen van dienstverlening gewoon wordt. Milo werkt met zelfstandig gevestigde vakspecialisten die als OC-behandelaar aan de stichting zijn verbonden. De koppeling met de leerstoel Ondersteunde Communicatie aan de Radboud Universiteit zorgt voor wetenschappelijk onderbouwde dienstverlening en kennisontwikkeling.