Wie in een zorginstelling woont, mag maar een maximaal aantal dagen per jaar ergens anders logeren. Is iemand meer dan 28 dagen afwezig, dan krijgt de instelling een lagere awbz-vergoeding van het zorgkantoor. Het kan zijn dat cliënten zich onder druk gezet voelen om vaker in de instelling te blijven dan ze eigenlijk willen. Wie bijvoorbeeld elk weekeinde naar zijn ouders gaat, zit al snel boven die 28 dagen.
Staatssecretaris Van Rijn van Vws heeft over deze kwestie een brief gestuurd aan de Tweede kamer. Hij zegt daarin dat hij geen signalen heeft gekregen dat cliënten zich onder druk gezet voelen door deze regeling. Maar belangenorganisaties horen zulke geluiden wel. Platform VG zegt op zijn site dat sommige cliënten die langer dan 28 dagen per jaar afwezig zijn, door hun zorgaanbieder voor het blok worden gezet. Zij moeten kiezen: óf veel minder vaak hun ouders bezoeken óf inleveren op de directe zorg. De belangenorganisaties in Platform VG vinden dat cliënten niet voor die keuze gesteld mogen worden.
Geen lege plaats
Zorgverzekeraar CZ geeft bijvoorbeeld aan dat zij in tijden van schaarste geen lege plaatsen kan financieren. Maar, zegt Platform VG "er is helemaal geen sprake van een lege plaats. Er kan namelijk geen andere cliënt in de kamer van de afwezige cliënt slapen. Cliënten moeten in staat gesteld worden om af en toe een weekend naar familie te gaan. Bovendien zetten veel zorgaanbieders tijdens de weekenden al minder personeel in en wordt er dus al rekening gehouden met de afwezigheid van een aantal cliënten. Het is immers niet mogelijk om die plaats te gebruiken door een andere cliënt op te nemen op de kamer van de afwezige cliënt en deze na het weekeinde weer weg te sturen."
Platform VG vraagt of cliënten, verwanten of hulpverleners die met deze kwestie te maken hebben, om ervaringen uit de praktijk te melden.
Lees de brief van staatssecretaris Van Rijn op de site van de overheid.