In de nieuwe Wet Zorg en Dwang wordt vrijheidsbeperking 'onvrijwillige zorg' genoemd. Dat betekent een veel ruimer begrip van vrijheidsbeperkende maatregelen dan nu het geval is. Juridisch adviseur Monica de Visser beschrijft in een update van haar eerdere column over de negen verschillende vormen van onvrijwillige zorg in het huidige wetsvoorstel.
Met spanning wordt al jaren uitgekeken naar de nieuwe wet over vrijheidsbeperkingen in de gehandicaptenzorg en de psychogeriatrie, de wet Zorg en Dwang. Al in 2002 besloot een onderzoeksteam dat de Wet Bopz de rechten van opgenomen cliënten met een verstandelijke beperking of dementie die (gedeeltelijk) hun vrijheid wordt afgenomen onvoldoende beschermt. Afgelopen jaren hebben diverse onderzoeken van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) deze conclusies bevestigd.
Wachten
In juni 2009 werd het wetsvoorstel Zorg en Dwang naar de Tweede Kamer gestuurd. Cliënten in de psychiatrie krijgen een eigen wet, de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Nu, na ruim 8 jaar is de Wvggz in de Tweede Kamer aangenomen en naar de Eerste Kamer gestuurd. De Wvggz bevat echter veel wijzigingen voor het wetsvoorstel Zorg en Dwang. Dit in het kader van de harmonisatie van gedwongen zorg. De Eerste Kamer is inmiddels gestart met het stellen van vragen over de nieuwe zorgwetten aan de Minister. Na het zomerreces worden de antwoorden verwacht.
Eén van de conclusies van het onderzoeksteam was dat de Wet Bopz niet aansluit bij de dagelijkse praktijk bij de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking of dementie. De gebruikte terminologie is te verschillend want het gaat niet om het wegnemen of behandelen van gevaar, maar om het bieden van zorg en ondersteuning bij een onomkeerbare situatie. De vraag is of het gewijzigde wetsvoorstel nu wel aansluit bij de praktijk. Door alle wijzigingen is het wetsvoorstel Zorg en Dwang in ieder geval toch weer een uitgebreide en complexe wet geworden.
Recht op vrijheid
Een belangrijk verschil met de wet Bopz is de ruime definitie van vrijheidsbeperkingen in de wet Zorg en Dwang. Vrijheidsbeperkingen noemt men nu 'onvrijwillige zorg'. Hieronder verstaat de wetgever iedere manier van ingrijpen die een inbreuk is op een grondrecht zoals het recht op vrijheid en het recht op eerbiediging van je privéleven. Dit is een veel ruimer begrip dan ernstige vrijheidsbeperkende maatregelen (Middelen en Maatregelen) uit de wet Bopz.
Het uitgangspunt van de Wet Zorg en Dwang is dat onvrijwillige zorg alleen mag worden toegepast als van andere (lichtere) maatregelen is vastgesteld dat deze niet blijken te werken. Men noemt dit ook wel het 'nee, tenzij' principe. Eigenlijk is het bieden van onvrijwillige zorg niet toegestaan, tenzij....
Wel of geen verzet
Er zijn negen verschillende vormen van onvrijwillige zorg. Het gaat om zorg waar de cliënt of zijn vertegenwoordiger zich tegen verzet en die bestaat uit:
Het volgen van het stappenplan is altijd verplicht (ook als de vertegenwoordiger instemt en de cliënt zich er niet tegen verzet) bij:
Voordat onvrijwillige zorg mag worden toegepast moet er eerst een stappenplan worden gevolgd waarbij steeds meer (externe) deskundigheid moet worden betrokken. Daarnaast bevat de wet Zorg en Dwang allerlei criteria die eerst moeten worden afgewogen voordat onvrijwillige zorg in het ondersteuningsplan mag worden opgenomen. Deze criteria dienen allemaal in het ondersteuningsplan van de cliënt te worden vastgelegd. |
Update artikel uit 2013 door Monica de Visser, zelfstandig gezondheidsrechtjurist en werkzaam in een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking, www.adviesbureau-smaragd.nl.