Bewegen maakt je lichamelijk en geestelijk gezonder, en het geeft je een gevoel van sturing en invloed kunnen uitoefenen. Dat vertelden zowel bewegingswetenschapper Annette van der Putten van de Rijksuniversiteit in Groningen als Erik Scherder, hoogleraar aan de afdeling klinische neuropsychologie aan de Vu in Amsterdam tijdens het symposium 'Kunnen en aankunnen' van Ons tweede thuis op 12 april.
Annet van der Putten gaf voorbeelden van begeleiders die er wel in slagen om cliënten met zeer ernstige beperkingen in beweging te krijgen. Zoals Ton, die op zijn beperkte manier op het waterbed de muziekkeuze kan beïnvloeden en daar plezier in heeft. Of de jonge vrouw voor wie met snoezelelementen een glijbaan is gebouwd, en die het heerlijk vindt om zachtjes naar beneden te zoeven. Wie meer beweegt, vertoont minder probleemgedrag, is de ervaring van de onderzoekers. Van der Putten ontvangt graag meer mooie voorbeelden uit de praktijk.
Aan de afdeling orthopedagogiek van de Rijksuniversiteit in Groningen zijn twee instrumenten ontwikkeld om het dagelijks leven van mensen met zeer ernstige beperkingen (die vaak nog grote delen van de dag niks doen) interessanter te maken, een Lijst voor het afstemmen van activiteiten en situaties op de mogelijkheden en voorkeuren van personen met ernstige meervoudige beperkingen, en het alertheidsprofiel dat begeleiders helpt om een passend tijdstip voor een activiteit te kiezen en bij het opstellen en uitvoeren van individuele werkdoelen.
Dementie voorkomen
Erik Scherder liet overtuigend zien waarom bewegen zo'n goed middel is tegen de achteruitgang van de hersenen op latere leeftijd. Hij heeft vooral onderzoek gedaan onder ouderen met dementie, en heeft zijn aandacht inmiddels ook gericht op mensen met verstandelijke beperkingen. Uit internationaal onderzoek onder grote groepen mensen is gebleken dat 80-jarigen die in hun jonge jaren lichamelijk actief waren, veel minder dementieverschijnselen vertonen dan 80-jarigen die weinig aan beweging hebben gedaan in hun lange leven.
Jong beginnen met bewegen helpt dus goed tegen dementie, een slijtageproces dat ook onder mensen met een verstandelijke beperking veel voorkomt. Maar als je nou nooit hebt gesport, helpt het dan als je er vandaag mee begint? Ja, dat helpt, en het is hard nodig ook. De bevolking in welvarende landen is er de laatste tientallen jaren lichamelijk steeds luier en dikker op geworden, dankzij auto's, taxi's, telefoon, computer, internet. Scherder kwam onlangs in het nieuws met zijn voorspelling dat de toename van obesitas (ernstig overgewicht) onder kinderen de voorbode is van een dementie-epidemie als deze kinderen ouder worden.
Informatie zeven
Scherder liet zien dat motoriek en cognitie door dezelfde hersensystemen worden aangestuurd. Kinderen die de kans krijgen om te bewegen, leren beter. Onbegrijpelijk dat gymnastiek op de basisscholen wordt afgeschaft. Het komt erop neer dat als je elke dag een halve dag matig tot flink beweegt, je prefrontale cortex beter doorbloedt raakt. Het is een deel van je hersens dat pas klaar is tussen je 20ste en je 25ste. Het is het laatste deel van je brein dat af is, en ook het eerste dat het bij slijtage begeeft. En het speelt een belangrijke rol bij gedragsproblemen. Leren, bewegen en muziek helpen om de prefrontale cortex tot ontwikkeling te brengen.
Als je elke dag een half uur flink beweegt worden je hart en je bloedvaten beter, en je brein functioneert veel beter. Wat vooral beter werkt is je vermogen om informatie te zeven in belangrijke en onbelangrijke stukjes. Dat is van levensbelang om informatie te kunnen onthouden en te kunnen focussen op wat belangrijk is. Wie geen onbelangrijke informatie kan tegenhouden, wordt overspoeld door informatie. Hij komt terecht in chaos en wordt bang. De prefrontale cortex is nodig om initiatief te kunnen nemen, om gemotiveerd te raken, om problemen op te lossen. "Altijd de weg van de meeste weerstand kiezen, anders gaat die zaak achteruit."
Stil zitten
Volgens Scherder hebben hulpverleners – zeker in bejaarden- en verzorgingshuizen, maar ook in andere zorginstellingen – een grote neiging om hun cliënten zoveel mogelijk op hun stoel te houden. Dan zijn ze weliswaar – hopelijk- rustig, maar dan doorbloedt de prefrontale cortex dus niet meer. Opvallend is ook – zei Scherder – dat we op probleemgedrag reageren met mensen van beweging af te helpen. We zetten ze in hun kamer, op een stoel, of – in ernstige gevallen – we binden hen vast. "Daarmee onthouden we ze van nog meer beweging. Hun hersenlob heeft bloed nodig om te kunnen functioneren, maar dat lichaam stuurt er geen bloed meer heen. Als die prefrontale cortex stilligt neemt het initiatief om te bewegen nog meer af, en vallen allerlei vitale hersenfuncties stil."
Bewegen is dus niet alleen goed voor het lijf, maar ook broodnodig om te kunnen denken en om goed in je vel te zitten.