Sommige geneesmiddelen (bijvoorbeeld tegen kanker) kunnen schade aanrichten bij ongeboren kinderen. Als van een geneesmiddel zo'n werking bekend is, kunnen vrouwen beter niet zwanger worden. Toch gebeurt dat wel. Ook al weten vrouwen dat het geneesmiddel schade kan aanrichten bij een ongeboren kind, dan nog gebruiken ze geen of onregelmatig anticonceptiemiddelen.
Geneesmiddelen die kunnen leiden tot aangeboren afwijkingen, miskramen of doodgeboorte, worden 'teratogeen' genoemd. Ineke Crijns promoveert op onderzoek naar zulke medicijnen, die vanwege hun schadelijke bijwerking in het Zwangerschap preventie programma (Zpp) (moeten) worden opgenomen.
Er komen steeds nieuwe geneesmiddelen op de markt die mogelijk schade toebrengen aan de ongeboren baby, bijvoorbeeld nieuwe anti-kankermiddelen. Deze middelen worden ook voorgeschreven aan vrouwen in de vruchtbare leeftijd en zullen dus in het Zpp moeten worden opgenomen.
Onzorgvuldig
Uit Crijns onderzoek wordt duidelijk dat nogal wat vrouwen die dergelijke middelen gebruiken, niet zorgvuldig omgaan met anticonceptiemiddelen. Maar ook artsen en apothekers, die de middelen voorschrijven en leveren, zijn vaak onvoldoende zorgvuldig bij het naleven van het Zwangerschaps preventieprogramma. Crijns toont ook aan dat geneesmiddelgebruik onder vaders een mogelijke oorzaak van aangeboren afwijkingen is.
In de Europese unie werden zwangerschappen gerapporteerd bij vrouwen die isotretinoïne gebruiken, een geneesmiddel tegen ernstige vormen van acne. Een gebruikersstudie liet zien dat de vrouwen die isotretinoïne gebruiken, weliswaar meer aan anticonceptie deden dan de gemiddelde vrouw, toch was dat maar 52-64%. 1 op de 3 tot 4 vrouwen die het middel gebruiken loopt daardoor een grote kans op een kind met aangeboren afwijkingen.
Drug related safety issues affecting pregnancy outcome and concerning risk minimisation measures. Emphasis on pregnancy prevention programmes. Promotieondezoek van Ineke Crijns. Informatie op de site van de Rijksuniversiteit Groningen.