Net als iedereen wordt een persoon met een verstandelijke beperking vanaf zijn 18e verjaardag geacht zelfstandig beslissingen te kunnen nemen, bijvoorbeeld om een bepaalde vorm van ondersteuning te kiezen of om zijn eigen financiën te regelen. Maar niet iedere persoon met een verstandelijke beperking is daartoe in staat. In dat geval kan hij zich laten vertegenwoordigen. In dit artikel schrijft juridisch adviseur Monica de Visser over familievertegenwoordiging.
In mijn vorige column schreef ik over de rechten en plichten van door de rechter benoemde vertegenwoordigers van meerderjarige cliënten:
De regels hiervoor staan in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
In deze column bespreek ik vertegenwoordigers van meerderjarige cliënten die niet door de rechter worden benoemd. Zij worden ook wel de onbenoemde - of familievertegenwoordigers van de cliënt genoemd.
Wie vertegenwoordigt?
De belangrijkste wet voor de zorg is de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (Wgbo). Deze wet regelt de rechten en plichten van cliënten en zorgverleners. De naam van de wet geeft al aan dat het moet gaan om een geneeskundige behandelrelatie. De Wgbo is echter ook van toepassing op de zorg-/ondersteuningsrelatie tussen cliënt en begeleider in de gehandicaptenzorg. In de Wgbo staat precies beschreven wie de cliënt vertegenwoordigt als de cliënt zijn belangen zelf niet (meer) meer kan behartigen.
Curator of mentor
Bij een meerderjarige cliënt is de vertegenwoordiger in eerste instantie zijn curator of mentor. De rechter benoemt deze personen. De curator of mentor neemt het belang van de cliënt als uitgangspunt en houdt bij de uitvoering van zijn taak zoveel mogelijk rekening met de familiebanden en het sociale netwerk van de cliënt. Hij neemt echter de belangrijkste beslissingen in die gevallen dat de cliënt hiertoe zelf niet in staat is.
Persoonlijk gemachtigde
Heeft de rechter geen mentor of curator benoemd, dan treedt de persoonlijke gemachtigde op namens de persoon. Een nog wilsbekwame cliënt kan schriftelijk vastleggen wie hem zal vertegenwoordigen als hij in de toekomst zijn eigen belangen niet meer kan behartigen. Zolang hij dat zelf nog kan, blijft hij zijn eigen beslissingen nemen.
Bij mensen met niet-aangeboren hersenletsel of dementie komt de persoonlijk gemachtigde vaker voor, in de verstandelijk gehandicaptenzorg nauwelijks. Veel cliënten zijn immers al van jongs af aan verstandelijk beperkt. Ze kunnen geen machtiging schrijven, of ze overzien de gevolgen van hun machtiging niet.
Heeft de rechter geen mentor of curator benoemd is en heeft de cliënt - toen hij dit nog kon - geen persoonlijk gemachtigde aangewezen, dan wordt de meerderjarige cliënt in eerste instantie vertegenwoordigd door zijn partner of levensgezel. Is deze er niet of wenst de partner die taak niet op zich te nemen , dan kunnen achtereenvolgens ouders, kind, broer of zus als vertegenwoordiger optreden. Deze persoon noemt men de familievertegenwoordiger.
Rechten en plichten
De familievertegenwoordiger heeft dezelfde rechten en plichten als de door de rechter benoemde vertegenwoordiger. Alleen als een cliënt hiertoe zelf niet in staat is, neemt de familievertegenwoordiger een beslissing voor de cliënt. Het gaat dan bijvoorbeeld om het ondertekenen van het ondersteuningsplan, het geven van toestemming voor een operatie of verhuizing naar een andere appartement. Ook kan de familievertegenwoordiger vragen om inzage in of een kopie van (een deel) van het dossier van de cliënt. Als de begeleider van mening is dat de familievertegenwoordiger niet handelt in het belang van de cliënt, mag hij de beslissing van de familievertegenwoordiger naast zich neerleggen.
Duidelijkheid
Een zorgverlener doet er verstandig aan om met de familie af te spreken wie precies de familievertegenwoordiger is en dat schriftelijk vast te leggen. Ook al is een familielid eerste of tweede contactpersoon, dan wil dat niet altijd zeggen dat hij de vertegenwoordiger is. Mochten de familieleden het er niet over eens worden wie de familievertegenwoordiger is, dan wijst de begeleider er een aan. Een goede relatie tussen de cliënt en het familielid kan hierbij een leidraad zijn.
In sommige gevallen is het beter om de rechter een (onafhankelijke) mentor te laten benoemen. Denk aan het geval dat de familie het oneens is over de zorg aan de cliënt, of er zelfs ruzie over maakt. De cliënt kan zelf aan de rechter vragen om een mentor voor hem te benoemen, en vertellen wie zijn voorkeur heeft. Het mag in elk geval niet de begeleider van de cliënt zijn, die kan niet tot mentor of curator van zijn eigen cliënt worden benoemd.
Samengevat
Samenvattend komt het er op neer dat
Familievertegenwoordiger hebben dezelfde rechten en plichten als door de rechter benoemde vertegenwoordigers. Maar: een vertegenwoordiger komt pas in beeld als de cliënt zijn belangen niet (meer) zelf kan behartigen.
De vertegenwoordiger handelt altijd in het belang van de cliënt en neemt zoveel mogelijk samen met hem een beslissing. Op grond van goed hulpverlenerschap kan een zorgverlener de beslissing van een vertegenwoordiger overrulen, als hij van mening is dat de vertegenwoordiger niet handelt in het belang van de cliënt. |
Artikel Monica de Visser in de serie Beslissingen nemen over een ander. De volgende column gaat over vertegenwoordiging van minderjarigen. De laatste column over vertegenwoordiging gaat over hoe je kunt omgaan met conflicten.