Wat verandert er voor jeugd met een beperking?
23 juli 2014
Door de redactie
Geen reacties
Met de nieuwe handreiking 'Kinderen en jongeren met een beperking; van Awbz naar Jeugdwet' wil de overheid gemeentebestuurders, wethouders en raadsleden, en gemeenteambtenaren voorlichten over kinderen en jongeren met een beperking én hun ouders die volgend jaar een beroep zullen gaan doen op de nieuwe Jeugdwet. Ook hulpverleners kunnen in het boekje lezen aan wie ze straks zorg mogen verlenen, en hoe dat wordt betaald.
Het gaat in de handreiking om een grote groep kinderen en jongeren Ze. Krijgen nu nog ondersteuning die uit de Algemene wet bijzondere zorg wordt betaald. Die wet verdwijnt, hij wordt vervangen door de Wet op de langdurige zorg (Wlz) en de Jeugdwet. Daarnaast worden de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Zorgverzekeringswet (Zvw) uitgebreid. De brochure geeft antwoord op de vraag welke kinderen en jongeren straks een beroep kunnen doen op de Jeugdwet en welke soort ondersteuning en zorg ze daarbij kunnen vragen van de gemeente.
Alle levensfasen
Per 1 januari 2015 wordt de financiering voor de cliëntondersteuning voor mensen met een beperking die nu door de Mee-organisaties wordt geboden, overgeheveld naar de gemeenten. Cliëntondersteuning kan in alle levensfasen en op alle levensterreinen aan de orde zijn. De helft van de Mee-cliënten zijn onder de 18. Staatssecretaris Van Rijn heeft aan de Tweede Kamer beloofd dat ook jeugdigen die onder de Jeugdwet vallen, recht hebben op cliëntondersteuning. Gemeenten moeten hier rekening mee houden bij de vaststelling van het beleid en de besteding van het budget.
Mee-organisaties krijgen ook een budget voor de coördinatie van de netwerken Integrale Vroeghulp.
Hulpmiddelen
Hulpmiddelen zoals een rolstoel of een woningaanpassing komen ook voor jeugdigen onder de Wmo2015 te vallen.
Gemeenten worden vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor onafhankelijk vertrouwenswerk. Vertrouwenspersonen dienen het belang van de jeugdige of de verzorger en werken uitsluitend op hun verzoek. In de huidige situatie bestaat het onafhankelijk vertrouwenswerk al in de provinciale jeugdzorg en de jeugd-ggz. De gehandicaptenzorg kent wel de figuur van de cliëntvertrouwenspersoon, maar deze is meestal in dienst van de zorginstelling. Met de Jeugdwet gaat dit veranderen. Gemeenten zorgen ervoor dat er voor jeugdigen en hun ouders die hulp nodig hebben vanwege een beperking vertrouwenspersonen beschikbaar zijn die geen banden hebben met de zorgaanbieder.
Wie wel?
In de handreiking wordt opgesomd welke kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar met een beperking straks voor zorg en ondersteuning een beroep kunnen doen op de Jeugdwet.
- Kinderen en jongeren met een ontwikkelingsachterstand.
- Kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperkingen. In Nederland zijn 450.000 kinderen en jongeren met een Iq-score tussen 50 en 85. 250.000 van hen hebben problemen door hun beperkte sociale redzaamheid. Naar schatting kampen 40.000 van hen met ernstige, meervoudige problematiek, waarbij gespecialiseerde zorg noodzakelijk is.
- Kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking. Bijna 45.000 jeugdigen in Nederland hebben een verstandelijke beperking.
- Kinderen en jongeren met een zintuiglijke beperking. Zo'n 10.200 jeugdigen in Nederland hebben een zintuiglijke beperking: een stoornis in het horen of zien. Een zintuiglijke beperking heeft grote gevolgen voor de totale ontwikkeling. Een jeugdige die visueel of auditief beperkt is, kan problemen krijgen op alle gebieden van het functioneren, maar vooral op het vlak van communicatie, spraak en taal. Kinderen en jongeren met een zintuiglijke beperking hebben meer kans op problemen bij het vergaren en verwerken van informatie, mobiliteit, zelfredzaamheid, motoriek, en lichaamshouding, cognitieve ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en gedrag.
- Kinderen en jongeren met een lichamelijke beperking, waaronder niet-aangeboren hersenletsel. Bijna 20.000 jeugdigen in Nederland hebben een lichamelijke beperking. Dit is een verzamelnaam voor: motorische beperkingen zoals spasticiteit, stoornissen bij het lopen, het gebruik van de armen/handen of het evenwicht; bewustzijnsstoornissen, zoals epilepsie;
- Niet-aangeboren hersenletsel, bijvoorbeeld door een ongeluk.
- Kinderen met een ernstige meervoudige beperking (Emb) hebben een combinatie van twee of meer beperkingen, op verstandelijk, lichamelijk en vaak ook zintuiglijk gebied. In Nederland zijn 6.500 kinderen en jongeren met een ernstige meervoudige beperking. De kinderen hebben twee dingen gemeen: een Iq lager dan 25 en een gebrek aan compensatiemogelijkheden. Hun tekorten op het ene gebied kunnen ze niet compenseren met een ander talent. Dit leidt tot grote afhankelijkheid van de omgeving. Deze kinderen en jongeren hebben dan ook ondersteuning nodig bij alle onderdelen van het dagelijkse leven. De kinderen zullen in verband met hun zorgzwaarte in de meeste gevallen in aanmerking komen voor ondersteuning via de Wet langdurige zorg, maar het kan ook zijn dat zij voor de Zorgverzekeringswet of Jeugdwet in aanmerking komen. Met name bij jonge kinderen in soms nog moeilijk te bepalen hoe zij zich ontwikkelen en welke zorgvraag zij op de lange termijn nodig hebben.
- Kinderen en jongeren met een somatische aandoening (zoals een chronische ziekte).
- Kinderen en jongeren met een psychiatrische aandoening, waaronder autisme. Per jaar worden 170.000 kinderen en jongeren behandeld voor een psychiatrische stoornis die (tijdelijk) kan leiden tot soms ernstige beperkingen in hun functioneren. 97% van hen wordt ambulante begeleid, 3% verblijft ook enige tijd in een instelling.
Markeer als favoriet