Cliënten zeggen nu: ik ga naar mijn werk, en zien het ook zo,” vertelt Mike Bijker, begeleider van het Industrieteam van zorgorganisatie Aveleijn. Een paar jaar geleden sloot het oude dagbestedingsgebouw en verhuisde het team naar het bedrijf van hun grootste opdrachtgever Eaton in Hengelo. Het werken in een echt bedrijf maakt cliënten trots en geïntegreerd.
Eaton is een groot industrieel bedrijf in Hengelo (in de provincie Overijssel) dat elektrische schakel- en verdeelsystemen maakt. Als ik de slagboom en het hekwerk van Eaton passeer, moet ik eerst langs een beveiligingspost voor een toegangspas. Nadat de chauffeur van de vrachtwagen voor mij gehoord heeft waar zijn lading naar toe mag, krijg ik een plattegrond van het immense terrein. Zo weet ik dat ik na de loodsen naar links moet voor het hoofdgebouw. Daar staat begeleider Mike Bijker al te wachten, die me meeneemt door de lange gangen in het moderne pand, naar de hal waar het team van Aveleijn werkt. Verspreid aan verschillende tafels zijn cliënten er bezig met lichte montagewerkzaamheden en zetten allerlei materialen in elkaar: [Cursief]sub assemblage[/cursief]. Eén cliënt maakt op een hometrainer zijn benen los, een ander zit er tegenover geconcentreerd te werken. Vanuit het open kantoor aan de rand van de hal heeft Mike goed overzicht, terwijl hij vertelt over de verhuizing een paar jaar geleden naar Eaton.
Industrieteam
“In de oude locatie zat het industrieteam samen met een creatieve dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking; er was ook een winkeltje bij. De creatieve groep kon verhuizen naar een pand in het centrum van Hengelo, waar ze wat meer aanloop zouden hebben. Omdat de helft van het pand leeg zou komen te staan, vroegen we ons af hoe we dit zouden kunnen opvullen. Tegelijk waren we ons ook bewust dat cliënten wel wat meer de maatschappij in mochten. We werkten al voor Eaton, en hadden daar een goede band mee. Zo kwamen medewerkers ook wel helpen met het opknappen van ons pand. Toen ze aanboden om de tuin van het dagcentrum aan te pakken, zeiden we dat we uitkeken naar een andere werkplek. ‘Wij hebben de ruimte’ was de reactie van Eaton. Een leeg deel van een grote bedrijfshal konden we voor een vast bedrag huren, inclusief vaste lasten en schoonmaak. Samen bekeken we hoe we hiervan een prettige werkplek konden maken. Mensen van Eaton dachten mee over de inrichting en het plaatsen van wandjes. Bij de verhuizing namen zij ons veel werk uit handen. Wij nummerden alle dozen en zorgden voor een plattegrond, Eaton regelde vrachtwagens en mensen voor het transport. Heel fijn, omdat we als begeleider tijdens de verhuizing ook de zorg voor de cliënten hebben.”
Rondleiding
“We vroegen ons af of de cliënten hun werkplek zouden kunnen vinden. Het is een groot terrein, er werken bijna 900 werknemers. Maar de cliënten hadden eerder een rondleiding door de fabriek gehad, zodat ze konden zien waar de onderdelen die zij in elkaar zetten uiteindelijk in worden verwerkt. Voor de verhuizing zijn we nog een keer wezen kijken. De cliënten moesten een pasfoto inleveren voor hun toegangspas. Dat maakte het echt: ze hoorden nu bij Eaton. De oude locatie noemden ze geen werk, nu zeggen ze trots: <ik ga naar mijn werk, naar Eaton>.”
Het team werkt voor meerdere bedrijven in de regio, maar het grootste deel van de opdrachten komt van Eaton. Het voordeel nu ze binnen dit bedrijf werken, is dat ze zichtbaarder zijn voor andere afdelingen van Eaton.
Gevarieerd
Mike: “Via onze contactpersoon krijgen we meer werk binnen, waardoor er gevarieerdere taken zijn voor de cliënten. Cliënten helpen wel eens mee met een mailing bij de repro-afdeling of bij het plastificeren van producten. We hebben een paar orders gekregen van het bedrijf hier tegenover, dat met ons kennismaakte op onze open dag. Een ander voordeel is dat Eaton-medewerkers pallets met materialen met de heftruck bij ons in de hal kunnen brengen. Bij de oude locatie gebeurde het laden en lossen buiten en moesten we daarvoor bij de groep weg.”
Rustige plekken
Het enige dat niet is veranderd, is de werkdruk, vertelt Mike: “Nog steeds laten we cliënten kiezen wat ze willen doen en zit er geen tijdsdruk op het werk. Dat weten de bedrijven waar we voor werken ook. Door het werk op de juiste manier binnen de groep aan te bieden, halen we de deadlines altijd. Voor wie daar behoefte aan heeft, zijn er rustige plekken waar hij even apart kan zitten. De contactpersoon van Eaton kent de cliënten, geeft instructies bij nieuwe werkzaamheden en zorgt dat de gereedschappen veilig en aangepast zijn. We krijgen op maat gemaakte mallen, waar een plaatje maar op één manier ingelegd kan worden, om daarop weer een ander plaatje te bevestigen. Zo kunnen cliënten foutloos werken. Als er met luchtdruk gewerkt wordt, gebeurt dit met een beveiligde machine, waarvan cliënten het deurtje pas kunnen openen als de druk eraf is.”
Schakelarmband
Dat demonstreren een paar jonge vrouwen, die geconcentreerd aan het werk zijn. Ze laten zien dat ze een knop moeten indrukken om iets onder druk in elkaar te zetten. Maar die knop werkt niet als ze het deurtje van de kast waarin de machine zit, niet dicht hebben gedaan. Even verderop verlijmt een oudere man een serie staven, twee vrouwen zetten een schakelarmband van talloze kleine onderdeeltjes in elkaar. “Een precies werkje, waar zij erg van houden. Als we dat werk binnenkrijgen zijn zij daar erg blij mee”, vertelt Mike. “Zo hebben we voor iedereen wel wat. Het is een gemengde groep van 40 jongere en oudere mannen en vrouwen. Schoolverlaters uit het voortgezet speciaal onderwijs die nog moeten wennen aan een hele dag werken. En 50-plussers van de sociale werkplaats die daar het tempo niet meer aan konden. Ze vullen elkaar mooi aan. De ouderen leren van de jongeren dat er ook de tijd is voor een grapje en om te kletsen, en dat je niet de hele tijd hoeft te werken. De jongeren leren weer werkzaamheden van de ouderen. Van de bijna 30 cliënten die verhuisd zijn, werkt bijna iedereen hier nog steeds. De groep is alleen maar gegroeid.”
Meer informatie over Eaton op www.eaton.nl en over Aveleijn op www.aveleijn.nl.
Tekst Tjitske Gijzen
Gepubliceerd in Klik editie 2 2015