Kenniscentrum verstandelijk gehandicaptenzorg
Menu

Wet zorg en dwang aangenomen door Eerste Kamer

31 januari 2018 Door de redactie Geen reacties

De Eerste Kamer heeft de Wet zorg en dwang aangenomen, samen met de Wet verplichte ggz en de Wet forensische zorg. De eerste twee gaan per 1 januari 2020 in en vervangen dan de huidige Wet bopz (bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen). De Wet fz treedt 1 januari 2019 gedeeltelijk in werking.

Al in 2009 werd het wetsvoorstel zorg en dwang naar de Tweede Kamer gestuurd. Die name de wet in 2013 aan. Negen jaar na het indienen van het wetsvoorstel is nu ook de Eerste Kamer akkoord. Dat het zolang duurde was een bewuste keuze. De Eerste Kamer wilde dit wetsvoorstel tegelijkertijd behandelen met het wetsvoorstel verplichte ggz. Dit voorstel moest toen echter nog schriftelijk en plenair door de Tweede Kamer behandeld worden, meldde Klik destijds.

Onvrijwillige zorg
Wat regelt de Wet zorg en dwang? De wet gaat over mensen met dementie of verstandelijke beperkingen en geldt zowel in instellingen als thuis. Uitgangspunt is dat zij geen dwang behoren te ervaren in de zorg. Een zorgorganisatie mag alleen onvrijwillige zorg toepassen als er geen alternatieven zijn. De beslissing moet genomen worden door een multidisciplinair team. Het gaat om zware en lichte maatregelen zoals:

  • onrustbanden,
  • medicijnen,
  • beperking van de bewegingsvrijheid,
  • bedhekken,
  • de rolstoel op de rem,
  • een dichte buitendeur,
  • vaste bedtijden,
  • niet mogen kiezen wat je eet.


Monica de Visser gaf in 2017 aan Klik uitgebreid uitleg over de Wet zorg en dwang. Zij beschrijft negen verschillende vormen van onvrijwillige zorg:

  1. het toedienen van vocht, voeding of medicatie, en het uitvoeren van medische controles/handelingen of therapieën ter behandeling van de dementie, verstandelijke beperking, psychische stoornis of somatische aandoening;
  1. beperken van de bewegingsvrijheid;
  2. insluiten;
  3. toezicht houden op de cliënt;
  4. onderzoek aan de kleding of het lichaam;
  5. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op middelen die het gedrag beïnvloeden en op gevaarlijke voorwerpen;
  6. controleren op de aanwezigheid van middelen die het gedrag beïnvloeden;
  7. beperkingen in de vrijheid om het eigen leven in te richten, waardoor de cliënt iets moet doen of nalaten (inclusief het gebruik van communicatiemiddelen);
  8. beperkingen in het recht op het ontvangen van bezoek.


Wijzigingen
Volgens de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) heeft het dan wel lang geduurd voor de wet is aangenomen, maar de winst is dat de sector gaat werken met een wet die indertijd is ontworpen met de praktijk en dus specifiek is toegesneden op de gehandicaptensector. Op de valreep van de behandeling van de Wzd zijn nog enkele belangrijke wijzigingen toegezegd waarop de VGN positief heeft gereageerd:

  • De functie van Wzd-arts kan ook uitgevoerd worden door een Gz-psycholoog of academisch geschoolde orthopedagoog (Wzd)
  • Het vergroten van de praktische werkbaarheid van het stappenplan door een externe deskundige uitsluitend te betrekken indien dat noodzakelijk is (Wzd)
  • een per ongeluk weggevallen artikel uit het wetsvoorstel verplichte ggz wordt weer toegevoegd.|

 

Wil je reageren op dit artikel? Log dan in als abonnee!