De Eerste Kamer heeft de Wet zorg en dwang aangenomen, samen met de Wet verplichte ggz en de Wet forensische zorg. De eerste twee gaan per 1 januari 2020 in en vervangen dan de huidige Wet bopz (bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen). De Wet fz treedt 1 januari 2019 gedeeltelijk in werking.
Al in 2009 werd het wetsvoorstel zorg en dwang naar de Tweede Kamer gestuurd. Die name de wet in 2013 aan. Negen jaar na het indienen van het wetsvoorstel is nu ook de Eerste Kamer akkoord. Dat het zolang duurde was een bewuste keuze. De Eerste Kamer wilde dit wetsvoorstel tegelijkertijd behandelen met het wetsvoorstel verplichte ggz. Dit voorstel moest toen echter nog schriftelijk en plenair door de Tweede Kamer behandeld worden, meldde Klik destijds.
Onvrijwillige zorg
Wat regelt de Wet zorg en dwang? De wet gaat over mensen met dementie of verstandelijke beperkingen en geldt zowel in instellingen als thuis. Uitgangspunt is dat zij geen dwang behoren te ervaren in de zorg. Een zorgorganisatie mag alleen onvrijwillige zorg toepassen als er geen alternatieven zijn. De beslissing moet genomen worden door een multidisciplinair team. Het gaat om zware en lichte maatregelen zoals:
Monica de Visser gaf in 2017 aan Klik uitgebreid uitleg over de Wet zorg en dwang. Zij beschrijft negen verschillende vormen van onvrijwillige zorg:
Wijzigingen
Volgens de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) heeft het dan wel lang geduurd voor de wet is aangenomen, maar de winst is dat de sector gaat werken met een wet die indertijd is ontworpen met de praktijk en dus specifiek is toegesneden op de gehandicaptensector. Op de valreep van de behandeling van de Wzd zijn nog enkele belangrijke wijzigingen toegezegd waarop de VGN positief heeft gereageerd: