Staatssecretaris Bussemaker van Vws
antwoordde dat op vragen van Tweede kamerleden waarom veel Marokkaanse en
Turkse kinderen met een verstandelijke handicap verstoken blijven van hulp.
“Deelt u de mening dat binnen de Marokkaanse en Turkse gemeenschap een groot
taboe heerst op gehandicapten, en dat ouders zich soms schamen om zorg te vragen?”
Volgens de Raad voor de volksgezondheid en zorg maakt in 2000 50% van de allochtone
ouders van gehandicapte kinderen geen gebruik van voorzieningen voor
gehandicapten. Kamerlid Arib (Pvda) wilde weten of het klopt dat verstandelijk gehandicapten
van Marokkaanse en Turkse afkomst door hulpinstanties worden geweigerd omdat ze
onhandelbaar zijn en de traditionele hulpverlening wegens taal- en cultuurbarrières
of bureaucratie geen raad met hen weet.
De staatssecretaris zegt dat iedereen die
hulp nodig heeft, deze ongeacht afkomst moet kunnen krijgen. Uitgangspunt is
wel dat de zorgbehoevende of zijn vertegenwoordiger daarom vraagt. Schaamte kan
een rol kan spelen bij het niet vragen van hulp. Het daadwerkelijk gebruik
maken van voorzieningen is deels cultureel bepaald. De gehandicaptensector probeert
de gehandicaptenzorg beter bereikbaar te maken voor deze bevolkingsgroepen door
De gehandicaptensector mag geen cliënten weigeren, zeker niet op grond van afkomst. Bij de inspectie voor de gezondheidszorg zijn geen gevallen bekend waarbij verstandelijk gehandicapten op grond van afkomst geweigerd zijn.Op de vraag of ouders hun gehandicapte kind mogen uithuwelijken met de bedoeling op die manier een verzorger naar Nederland te halen, meldt de staatssecretaris dat er tegenwoordig strenge eisen worden gesteld aan huwelijkskandidaten uit het land van herkomst, zodat het niet gemakkelijk is om op die manier een verzorger aan een gehandicapte te koppelen.